Waarom zou ik mijn hond laten steriliseren?
Eigenlijk is sterilisatie een verkeerde term. Bij ‘sterilisatie’ bij de teef verwijderen we de eierstokken; we spreken dan eigenlijk van castratie. Toch blijven we vaak in de volksmond de term sterilisatie gebruiken voor de teef en castratie voor bij de reu.
Bij de teef heeft sterilisatie een aantal belangrijke gezondheidsvoordelen voor de hond, hieronder hebben we de voor- en nadelen zo duidelijk mogelijk voor u op een rijtje gezet. Zo kunt u zelf een wel overwogen keuze maken.
Voordelen van sterilisatie bij de teef
Als de ingreep voor de eerste loopsheid, op 6-7 maanden leeftijd, wordt uitgevoerd is de kans op de ontwikkeling van melkkliertumoren enorm verkleind. Melkkliertumoren komen tot ontwikkeling bij 25% van de teven die 4x of vaker loops zijn geweest. Zij krijgen op oudere leeftijd vaak meerdere tumoren waardoor grote chirurgische ingrepen noodzakelijk zijn. Indien de eierstokken voor de eerste loopsheid worden verwijderd is de kans op melkkliertumoren kleiner dan 1 %. Na de eerste loopsheid is deze kans al gestegen tot ongeveer 7 %. Door een paar loopsheden af te wachten voordat de hond gesteriliseerd wordt, gooit u dus een belangrijk voordeel weg.
Suikerziekte bij de hond komt het meeste voor bij oudere teven die niet gesteriliseerd zijn. De niet drachtige teven produceren na de loopsheid namelijk ook langdurig het zwangerschapshormoon, progesteron. Dit hormoon leidt tot groeihormoonproductie in de melkklieren en dit maakt het lichaam ongevoelig voor insuline. Hierdoor kan suikerziekte ontstaan. De kans dat een gesteriliseerde hond suikerziekte krijgt is verwaarloosbaar.
Baarmoederontsteking komt vrijwel uitsluitend na de loopsheid voor, bij met name de oudere teven. Herhaalde loopsheden kunnen een blijvende verandering in het baarmoederslijmvlies geven die we CEH noemen. Hier ontstaat een verdikt slijmvlies met cysten erin, dit maakt de baarmoeder gevoelig voor infectie. Wanneer er een infectie ontstaat kan dit leiden tot een pyometra, de enige oplossing is dan alsnog baarmoeder en eierstokken te laten verwijderen, dit is wel een risicovolle operatie, omdat de baarmoeder dan gevuld kan zijn met een behoorlijke hoeveelheid pus. Gesteriliseerde honden krijgen geen baarmoederontsteking meer.
Sommige honden ontwikkelen vaak ongeveer 2 maanden na de loopsheid een schijndracht. Dit kan leiden tot ongewenst gedrag, graven, onrustig, piepen, slepen met knuffels en melkklierzwelling. Sommige honden zijn er sloom van en eten minder. De honden die een schijndracht ontwikkelen staan langer onder progesteron invloed wat weer kan leiden tot CEH, melkkliertumoren en suikerziekte.
Uw hond wordt na de sterilisatie niet meer loops, wat voor veel eigenaren ook een groot voordeel is.
Nadelen van sterilisatie bij de teef
De kans op urine-incontinentie is na de ingreep verhoogd. Honden produceren na de ingreep geen oestrogenen (en progesteron) meer. Door afwezigheid van oestrogenen wordt de sluitspier van de blaas bij alle teven slapper. Bij een klein percentage kan dit leiden tot urine-incontinentie. Risicorassen zijn met name grote rassen zoals de boxer, Dobermann, Old English Sheepdog, Weimaraner, Riesenschnauzer, Bouvier, en Ierse Setter. Ook de dwergpoedel heeft een verhoogd risico. Door aanwezigheid van de staart, bij de voorheen gecoupeerde rassen, is dit risico wel kleiner geworden. Bij de risicorassen kan wel 10% van de honden incontinent worden na de sterilisatie. Indien de hond incontinent wordt is dit meestal goed behandelbaar met medicijnen. Deze moeten dan wel levenslang gegeven worden.
De kans op overgewicht neemt toe. Dit kunt u voorkomen door gesteriliseerde honden bewust minder te voeren.
Langharige honden krijgen vaak een wat pluiziger, doffere beharing. Bij Ierse Setters, Engelse Cocker Spaniels en langharige dashonden is dit geen fraai gezicht. Voor de hond zelf is dit uiteraard geen enkel probleem.
Sommige teven worden na de ingreep wat feller/scherper van karakter. Dit probleem horen wij niet vaak.
De hond moet de ingreep ondergaan hetgeen natuurlijk niet leuk is. Het operatierisico is heel erg klein, maar nooit helemaal nul.
Conclusie
Concluderend heeft uw hond na sterilisatie zeer veel minder kans op tumoren van de melkklieren, geen kans meer op baarmoederontsteking en een verwaarloosbare kans op suikerziekte. Zij heeft wel een verhoogde kans op incontinentie, overgewicht en een wat pluiziger vacht.
Een operatie bij een 6-7 maanden oude hond lijkt erg onnatuurlijk. Echter worden honden steeds ouder en lopen ze daardoor kans op ziekten die bij de wolven vanwege de kortere levensduur niet veel voorkomen.
Wilt u geen nestje met uw teef fokken dan lijkt sterilisatie in het belang van de hond de juiste keuze.